Ike Bomer en Marlène Chatrou
Kempenhaeghe - de kracht van expertise
Ike Bomer en Marlène Chatrou zijn de bestuurders van Kempenhaeghe, een expertisecentrum voor epilepsie, slaapgeneeskunde en neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen in Heeze (Noord-Brabant). Marlène Chatrou, klinisch psycholoog, kwam de raad van bestuur twee jaar geleden versterken en beheert met name de vakinhoudelijke portefeuille en het langdurige patiëntencontact. Ike Bomer, bedrijfskundige, gaat na Kempenhaeghe 25 jaar met succes bestuurd te hebben, dit jaar met pensioen en wordt als voorzitter opgevolgd door Marlène Chatrou. Met hen praat VDH Executive over het bijzondere karakter van Kempenhaeghe, over de hoogwaardige specialisatie, de bedrijfscultuur, de ambities en over het belang van strategisch denken op bestuursniveau om die ambities waar te maken.
Grote variëteit
Bomer: “Wat Kempenhaeghe zo uniek maakt is de combinatie van hoogwaardige gespecialiseerde diagnostiek, behandeling en begeleiding enerzijds en het ondersteunen van mensen met beperkingen bij het vormgeven van hun leven anderzijds. We hebben daarnaast veel aandacht voor wetenschappelijk onderzoek en een school voor speciaal onderwijs voor leerlingen van alle leeftijden en niveaus”. Chatrou vult aan: “Dat betekent dat je tegelijk bezig bent met academisering en internationale contacten, met nieuwe huisvestingsvormen, omgekeerde integratie en ouderparticipatie, met de gevolgen van het landelijk beleid van ‘passend onderwijs’ en ga zo maar door. Dat maakt het werk voor een bestuurder hier buitengewoon boeiend”. “Sterker nog”, aldus Bomer, “daardoor ben ik hier zo lang gebleven; als ik weg kon vroeg ik mezelf steeds: "Zal het daar leuker zijn dan in Kempenhaeghe?" En het antwoord was steeds: hoogstwaarschijnlijk niet! Dus bleef ik.”
Warmte, welkom, sympathie
Bomer: “Als ik bij een ander ziekenhuis had gewerkt was ik een andere kerel geworden. Kempenhaeghe geeft je veel terug. Iedereen die hier komt werken gaat van Kempenhaeghe houden, dat is heel bijzonder. Dat was al zo toen ik hier kwam.” Chatrou beaamt dit: “Toen ik hier twee jaar geleden kwam ademde de organisatie warmte, welkom, en sympathie uit. Dat was niet alleen aan de buitenkant, de binnenkant is ook zo. Dat valt patiënten en bezoekers ook op. Wat Kempenhaeghe daarnaast zo anders maakt dan een gewoon ziekenhuis, is het langdurig contact met patiënten. Ook al behandelen wij als bestuurders geen patiënten, wij merken echt dat dat langdurig contact er is.”
Opgewonden standje?
Er heerst in Kempenhaeghe een ontspannen sfeer. Er is veel overeenstemming over waar de organisatie naar toe moet. Flinke woordenwisselingen komen niet vaak voor, waardoor medewerkers veel bereiken en geen energie kwijt zijn aan conflicten. Bomer: “Kempenhaeghe is een heel stabiele organisatie. Maar we staan niet stil. Onze kracht is dat we in alle rust voortdurend doorontwikkelen. Dat geeft zowel intern als extern veel vertrouwen. Men wil graag met ons samenwerken. Maar het gevaar van eenzijdigheid en eendimensionaliteit is er wel. Je moet een gezonde mix van verschillende attitudes hebben. Een opgewonden standje zou de boel ook kunnen prikkelen. Wij hebben veel bereikt met consensus, maar wat meer wrijving en botsende meningen zouden ook interessant kunnen zijn.”
Doorontwikkelen
Voor een expertise- en kenniscentrum als Kempenhaeghe is het belangrijk om te blijven doorontwikkelen. Daarbij gaat het zowel om verder uitdiepen van de specialismen als om het ontginnen van nieuwe toepassingsgebieden. Chatrou: “Wij zijn voortdurend bezig onze bijzondere expertises en positie uit te bouwen, onder andere via intensieve samenwerking met de academische wereld. Dit geldt voor zowel de epilepsie als de slaapgeneeskunde. En we zijn bezig onze expertise in te zetten voor kinderen met neurologisch bepaalde leer- en ontwikkelingsstoornissen. Op dat gebied is er een enorme behoefte. Wij streven ernaar dat Kempenhaeghe niet alleen nationaal maar ook internationaal bekend staat als leidend kenniscentrum binnen onze primaire vakgebieden. Dat doen we niet vanwege onze persoonlijke trots, maar om onze taak optimaal te kunnen vervullen. Een leidend centrum is in staat om de beste professionals aan te trekken en om zelf toppers op te leiden, om grensverleggend bezig te zijn in het vakgebied en in de patiëntenzorg."
Nieuwe ambities
Kempenhaeghe is een gevestigde naam op het vlak van epilepsie en van slaapgeneeskunde. De komende jaren zal hard gewerkt worden aan de academisering in deze disciplines. Daarnaast is een groot project gaande om via ‘omgekeerde integratie’ het leefklimaat voor de bewoners van Kempenhaeghe te verbeteren. Een ambitie is voorts dat Kempenhaeghe een groeiende rol gaat spelen bij neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen, waar volgens Bomer veel moet gebeuren: “In die hoek zitten heel veel kinderen die nog niet geholpen worden, terwijl dat wel nodig is. De digitalisering van de samenleving stelt ontzettend veel eisen aan mensen, de stof die kinderen moeten opnemen wordt abstracter, sneller en complexer. Voor kinderen met een leerstoornis wordt dit steeds moeilijker. Ik denk dat dit de komende tijd geweldige problematiek op gaat leveren. Als je er vroeg bij bent, kun je voor die kinderen vaak veel doen.” Chatrou: “Een andere ambitie is dat onze externe poliklinieken een nadrukkelijker rol in hun werkgebied krijgen. Een echte toevoeging met een ‘Kempenhaeghe’ label. Wij hebben ook de taak om onze epilepsiezorg meer over Zuid-Nederland uit te breiden. Ondersteuning van de tweede lijn vanuit onze derdelijns-rol met respect voor het verschil in posities en taken.”
Strategisch vermogen
Bomer en Chatrou onderstrepen de noodzaak van strategisch vermogen op management- en bestuursniveau om deze ambities waar te maken. Chatrou: “Ons strategisch beleid is gericht op kwaliteitsverbetering, op vernieuwing, op betere externe verankering en op grotere bekendheid. Het is duidelijk dat wie Ike Bomer op gaat volgen een sterke strategische denker moet zijn. We hebben veel sterke mensen in huis, maar die overzien niet altijd de strategische impact van zaken. De raad van bestuur moet scherp blijven en een strakke overview houden om blinde vlekken bij staf en management zichtbaar te maken en aan te pakken”. En over wat voor strategisch denken Bomers opvolger nodig heeft zegt hij zelf: “Mijn opvolger zou iemand moeten zijn die gedreven is door het verder brengen van een organisatie. Zo van, Kempenhaeghe moet daarheen en dat vraagt stimulering en regie. Mijn opvolger zal ideeën moeten hebben, maar ook gevoel voor de uitvoering, blik op de omgeving, dat soort dingen.”
Bestuurder met lef
En verder? “We zullen Ike zeker gaan missen,” zegt Chatrou aan het eind van het interview. “Met name de stabiliteit en zekerheid die hij biedt.” Bomer: “Ik wens Kempenhaeghe behalve doorontwikkeling als expertisecentrum, behoud van de relaxte werkomgeving toe. Mensen kunnen hier ontspannen werken en bereiken daardoor veel. Het is belangrijk dat er genoeg gelachen wordt. En misschien moeten we wel wat meer ruimte geven aan haantjesgedrag om vernieuwingen nog meer kansen te geven. Wie weet… We moeten niet bang zijn om zaken te veranderen. Stabiliteit mag niet verworden tot gebrek aan beweging! De nieuwe bestuurder zal in dat opzicht volgens mij ook lef moeten hebben.”
reacties
Plaats een reactie